Hoe goed jij je als volwassene kunt hechten aan anderen, hangt samen met hoe veilig jij je hebt gevoeld als kind in relatie tot je ouders. Als je tijdens je jeugd veilig gehecht bent, dan ben je in staat om gezonde relaties op te bouwen vanuit een basisgevoel van vertrouwen en veiligheid. Maar als je als kind je niet hebt kunnen hechten aan je ouders door onveilige jeugd- of trauma ervaringen, dan kan het goed zijn dat je op enig moment in je leven hebt besloten om ‘alles alleen te doen’. Bij goede gehechtheid voel je je wezenlijk verbonden in plaats van gebonden of uit verbinding. Je kunnen verbinden zorgt ervoor dat je echt aanwezig en beschikbaar bent in relatie tot een ouder, een vriend, broer of collega op het werk.
Onveiligheid kan zich op allerlei manieren tonen. Als kind heb je je moeder verloren en moest je vroeg volwassen worden om voor je vader te zorgen en ben je op die manier de rol van partner gaan overnemen. Indien er veel spanning en ruzie was in de relatie van je ouders, ben je vanuit het harmoniemodel tussen hen gaan bemiddelen. Misschien hield je jezelf onzichtbaar omdat je broer of zus alle aandacht op zich vestigde door ziekte- of drugsproblematiek of ben je oordelen over je ouders gaan vormen vanuit niet gezien zijn of niet gehoord worden. Dit zijn allemaal voorbeelden waar je verantwoordelijkheid bent gaan overnemen die niet van jou is.
Daardoor ben je van je plek afgegaan en heb je je niet op de goede manier aan je ouders kunnen hechten en verbinden. Als je destijds onveilig gehecht bent, kun je dat altijd herstellen door innerlijk op jouw plek in je familiesysteem te gaan staan. Dit kan je ook herstellen door het doen van een familie opstelling, waardoor je ook andere inzichten krijgt van onbewuste patronen die in het hier en nu nog steeds invloed op je uitoefenen.
De mate waarin je met je moeder verbonden bent, bepaalt hoe je je kunt verbinden met anderen. Wanneer hierin een verstoring ontstaat, omdat je moeder bijvoorbeeld door ziekte niet voor je kon zorgen, dan is er al sprake van een symbiosetrauma en dus van onveilige gehechtheid. Wil je hierin meer inzicht krijgen, dan kun je een symbiosetrauma opstelling doen aan de hand van je verlangen, zodat je dit in jezelf kan integreren.
Als je hechting met je vader goed is, dan heb je het vermogen je te begrenzen en daadkrachtig te zijn. Door je begrenzing kun je als volwassene op een veilige manier je plek en ruimte innemen waardoor je zichtbaar bent. In je leven heb je verbinding en begrenzing nodig, want relaties worden onveilig als je je niet begrenst en je daardoor de verbinding met jezelf en de ander verliest.
In een relatie is balans in geven en ontvangen belangrijk. Als de een alleen maar geeft en de ander neemt, dan loop je hierop leeg en ontstaat er uiteindelijk ontevredenheid. Als de een zich alsmaar aanpast aan de ander en geen invulling geeft aan wat diegene zelf nodig heeft, dan is er ook geen balans in de relatie. Ook deze zaken zijn terug te herleiden naar hoe jij als kind je relatie met je ouders hebt ervaren.
Als er geen liefde stroomt tussen jou en je ouders ook wanneer je volwassen bent, dan is het belangrijk dat je gaat kijken wat hiervan de oorzaken zijn. De geblokkeerde energie weer laten smelten en dat wat ondergesneeuwd geraakt is weer ophalen om in jezelf te integreren en te helen, leidt tot meer verbinding met jezelf en je omgeving. Daardoor zul je als volwassene milder, autonomer en liefdevoller in het leven staan.